De droge, beboste Hondsrug en de gradiëntrijke overgangen naar het open landschap van de beekdalen waren aantrekkelijke plekken voor de eerste bewoners. Al twaalfduizend jaar geleden – dus aan het eind van de laatste ijstijd – leefden hier rendierjagers. Van hun aanwezigheid zijn overblijfselen gevonden.
Tijdens de Trechterbekertijd (3400-2800 v.Chr.) hebben bewoners hunebedden gebouwd. Het hunebed G1 bij Noordlaren, het enige bewaarde hunebed in de provincie Groningen, is vóór 1800 bijna gesloopt. Dat kon op het nippertje worden voorkomen. Er waren al gaten in de stenen geboord om ze met buskruit te laten springen. Van de oorspronkelijke zeventien stenen zijn er nog zeven over. Uit opgravingen is gebleken dat op de Glimmer Es de hunebedden G2 en G3 hebben gelegen en op de Onner Es hunebed G4. Hier vlakbij heeft prof. Van Giffen in 1927 een rijengrafveld uit de vroege middeleeuwen blootgelegd. De hunebedden G2-G4 moeten al in de middeleeuwen zijn vernietigd. Verder lezen? ‘Een rondleiding door pre- en vroeghistorisch Haren’ van Henny Groenendijk.