Het landelijk gebied van Haren bestaat grofweg voor de helft uit natuur. De andere helft is landbouwgrond en bebouwing (inclusief bedrijven en infrastructuur). Door de sterk sectorale focus van de partijen in deze sectoren is er een steeds striktere scheiding ontstaan tussen landbouw, natuur en stedelijk ruimtebeslag. De gescheiden financiering van de natuurorganisaties (provinciale subsidies) en de landbouw (EU subsidies) hebben geleid tot aparte ‘werelden’.
De natuurorganisaties (Staatsbosbeheer, Het Groninger Landschap en Natuurmonumenten) hebben de laatste decennia grote terreinen kunnen verwerven met steun van de overheid en particulieren. Er zijn in het landelijk gebied van Haren grote stappen gezet bij het herstel van de natuur, maar van een integrale benadering van natuur en landschap is te weinig sprake met als gevolg versnippering van die natuur.
De landbouw ontvangt – zonder voorwaarden – Europese inkomenssteun uit Brussel. Daardoor is de grootschaligheid bevorderd en zijn de natuurwaarden van het landbouwareaal sterk afgenomen. De scheiding tussen natuur en landbouw is ongewenst en staat de alom gevoelde urgente transitie van de landbouw in de weg.
De achteruitgang van de biodiversiteit vraagt om een andere visie op het landelijk gebied en de landbouw. Stichting Landelijk Gebied Haren pleit voor een integrale benadering van het landelijk gebied. Ook buiten de ‘officiële’ natuurgebieden moet de natuur worden beschermd en moet natuur-inclusieve landbouw worden bevorderd. De gescheiden subsidiestromen dragen (te) weinig bij aan de gewenste omslag.
Ook het agrarisch gebied buiten de ‘officiële’ natuurgebieden is belangrijk voor de biodiversiteit, de natuurwaarden en milieu. Ook hier kunnen groene zones ecologische verbindingen mogelijk maken.